wanneer het donker wordt
komen de beestjes naar buiten
gelijk sigarettenrook kronkelen ze
zich tussen lichtpuntjes door
niet te vatten en veel te snel
om zeker te weten wat voor wezentjes
ze nu precies zijn, ze vervagen
ze hobbelen over nat gras
over kiezelsteentjes die knarsen
ze glijden langs blote voeten
ze vormen zich naar plassen
en lekkende regenpijpen
ze knagen
wanneer de maan niet wil schijnen
zie je ze niet, de beestjes maar
je kan ze wel horen in je kop
en buiten tussen de bomen
ze koeren, kirren en brullen
en hier en daar lacht er ook
wel eens eentje fijntjes, dat is
dan een grapjurk, die zijn er ook
Geen opmerkingen:
Een reactie posten