en boeketje bloemen
baant zich een weg
langs een baan
in Londerzeel
met motregen
groene takelwagens
trekken aan bomen naast
een wei waar zwanen grazen
door een raam
in een keuken
wordt een boterham
met smeerkaas gesmeten
want de bel ging
en toen was de kat
er bijna mee weg
ajakkes
een smalle spitse kerktoren
knipoogt vuile gedachten en
afgeknotte wilgen waden
dwars door een vervuilde beek
controleren we ticketjes
en mensen en de tijd is
aan het verdwijnen, huizen,
het landschap en de woorden ook
was mijn collegaatje bij u al geweest?
ik weet het niet ik had mijn oogjes toe
in Wetteren staat er een posthotel
onder de viaduct cirkelen motorbendes
met hun helmen op
hun tanden bloot
op de koer een ronde toren van baksteen gebakken en in de takken
van de bomen wiegt waarlijk
een nest heen en weer
er vallen veren uit maar geen vogels
de jongen is al lang weer binnen
maar waar dat is
dat weet ge niet
ge kunt niet alles weten
gelijk de bomen
gelijk de wind
beuken
ge kunt de landschappen
proberen skippen
maar geef toe
ze mogen er zijn
en als we zo direct
niet drastisch remmen
dan rollen we met zijn allen
recht de zee in, Atlantis!
eindstation zone de silence
behalve meeuwen
en een corpulente poedel
Geen opmerkingen:
Een reactie posten