wat zoek je?

vrijdag 27 september 2019

POËZIE / balaton

helemaal niks stond er
in die kamer met
donkerrood geverfde
muren zelfs geen stoel
om al je kleren

dus lagen die wat overal
op de met bruine balaton
bedekte vloer bestoft
door duizend voeten
uit armoe getreden
met zin voor avontuur

enkel het stapelbed
wat wankel op de benen
gaf teken van leven
in deze kamer
waar iedereen
slaapt

zij beneden en van
boven lag een soldaat

zijn gelaat hoewel
nog jongen vertoonde
sporen van orkaan
die razend raasde
onder golfgeplatte daken
dwars dooor plastieken wanden
over puin dat nooit meer
opgeruimd geraakt

ze praatten en praatten
alsof ze nooit meer
zouden praten
zo werd het die nacht
voor zijn vertrek naar
Port-au-Prince in een
budget Riverside hotel
toch nog wel heel laat

woensdag 25 september 2019

POËZIE / gekrijs

hopen uit de grond
van uw hart dat er
overal op elke plek
waar zich een vrouw
bevindt die het wel
gehad heeft met
al die klerezooi

er nu plots gekrijs
weerklinkt zo
fenomenaal luid
dat uw trommelvliezen
ervan scheuren

dan weet ge ook eens
hoe dat dat voelt

#deverlichtebeschaving  #gogreta

zondag 22 september 2019

POËZIE / omfloerst

het is nu de tijd
van het jaar
dat de zon al wat lager
begint te schijnen
het is om niks fatsoenlijks
van de wereld te kunnen zien


ge ruikt hem wel
ge hoort hem ook
ge kijkt naar beneden
naar uw voeten

die stap voor stap zetten
richting altijd recht vooruit

oppassen geblazen dat ge
niet in de put stapt
niet in een zwart gat trapt
niet compleet onderuit gaat
en heel die omfloerste wereld
overal met u meesleurt

want dat zou
niet zo goed zijn
voor uw verstand

POËZIE / lawaai

lawaai van de wekker
lawaai van de toaster
lawaai van de koffie
in het koffiezetapparaat

lawaai van de boiler
lawaai van de koelkast
lawaai van de buren
lawaai van opstaan
en van paraat

lawaai van mijn vingers
lawaai op de toetsen
lawaai van sending
lawaai van replying
lawaai van ontvangen
lawaai van gemist
lawaai van remember
lawaai voor niks

het lawaai van de straat
lawaai langs de weg
lawaai van motoren
lawaai van sirenes
lawaai van auto's
lawaai van banden
op stinkend asfalt

lawaai van de snelweg
lawaai in de tunnel
lawaai op de brug
lawaai in de file
lawaai op en neer
van hier en weer terug

lawaai op de radio
lawaai in de kranten
lawaai op Facebook
en in het parlement

lawaai van boven
recht naar beneden
lawaai van binnenkomen
lawaai bij het gaan

lawaai voor de pauze
lawaai na de pauze
lawaai van kopiëren
lawaai van printen
lawaai van discussiëren
over lawaai

lawaai van vragen
lawaai van antwoorden
lawaai in het midden
lawaai aan de zijkant
langs voor en langs achter
lawaai in mijn hoofd
lawaai overal

lawaai
lawaai
lawaai

LAWAAI

POËZIE / groen

in alle tinten groen
zit grijs wanneer de zon
beslist dat het welletjes
is geweest en dat we nu
maar zelf de boel in
lichterlaaie moeten zetten
willen we nog helderheid
door het waas van nepgordijnerij


geven want krijgen
niet eisen want nemen
het mes in de taart
nee niet op de keel
iedereen klaar om strot
tot op het bot als dat moet
maar toch liever taart
als het buiten
wat luguber lijkt

vrijdag 13 september 2019

POËZIE / brandnetels

Wij zijn de aangelanden, de aangebranden, de twijfelaars.
De leugenaars, de liefdevollen, de kunstenaars, de zotten.

Wij hebben hopen wasgoed nodig om onze hersenen leeg te maken, stengels en stengels en stengels hoge brandnetel in bloei, klaar om zaad tot in het oneindige te verspreiden en dat vouwen we, en dat trekken we, met huid en haar, met wortel en al, met enorme zandbrokken uit de grond, sap dat tegen je gezicht spat en een secondelang vraag je je af of je huid nu zal opblazen tot grote bellen die dan uit elkaar spatten en afgrijselijke littekens voor altijd zullen achterlaten.

Het zand onder de oude betonnen muur brokkelt af en de kikkers zetten het op een lopen en miljoenen muggen beginnen nijdig te zoemen.

De zon brandt op je huid, op je rug, op je schouders en je voelt grote druppels zweet langs je benen naar beneden glijden, je kleren zijn kletsnat ondertussen en toch trek je verder, nog een rij, nog een rij, tot aan de rode stok die aangeeft dat hier een zwarte buis met rattenvergif ligt en jawel, daar is de buis, maar dat kan je niet stoppen, weg met de brandnetels, weg met de oorlog, weg met de armen, weg met miserie, weg met alles, je gezicht in brand, je hart verpand, je haar in de fik. Topanga!

POËZIE / schoen

los van zand in uw schoenen
meegenomen van een strand
dat los van brand in uw brein
vol van dwalen op sandalen

en verlangen naar dat strand
waar gedachten tussen korrels
parelen van de kant naar de rand
van de zee van kolk en van golven
los van haar uw haar los
op losse schroeven zo zwaar
losgeslagen los verlaten
een schoen hier
eentje daar

woensdag 4 september 2019

POËZIE / zonnebloem

monsterzonnebloem van drie meter
geboren uit een gratis zaadje
wekenlang in een pot op de tafel
het heelal is ook zo geboren
zegt mijn vriendin, dan is zij het heelal
en straks zijn de kinderen groot
en ze komen van overal

ik loop de trap op
brieven in mijn brein
aan de bovenste trede
glijden de woorden terug naar beneden
ge moet uw gave delen
zegt mijn vriendin, dan is zij de gave
en straks zijn de woorden groot
en ze komen van overal

ze buigen zich over woorden
hun mond een elastiekje
dat trekt en krimpt en verkrampt
in soms onmogelijke vormen
ge moet uw talen spreken
zegt mijn vriendin, dan is zij die talen
en straks zijn talen overal
en dan gaat de achterlijkheid dood
(voor R.)