van het strand te kijken
naar de enorme zee
schopte schoenen en sokken uit
begon te rennen over
de onmetelijke gekartelde
schelpenvlakte, blote voeten
over het zand met rimpels
voor elk doorleefde jaar één
het kind, bezeten van dorst
verlangend naar nieuw en koel en veel
dronk een handsvolle teug
van het brakke zilte zeewater
want waarom zo veel water
als je er niet van drinken kan?
het dronk van het water
van de schubben van de vissen
van dansende korrels zand
van grijze garnalen en Venus haar schelp
van trappelende benen en nagellakte tenen
van zonnefactor 50 en windkracht 10
van dieselmotoren
van vrachtschepen
van bootjes vol mensen
met al hun verhalen
en al hun wanhoop
van hun dromen
en van de mijnen
het kind dronk en verslikte zich
kokhalste de vuiligheid weer uit
het had de smaak
voor altijd te pakken
daar was geen ontkomen aan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten