wat ik eigenlijk nog wilde vertellen
maar niet kon
omdat mijn adem bleef hangen
en ik geen geluid meer uit mijn keel kreeg
zoals zo dikwijls wanneer ik wil zeggen
hoe het eigenlijk is en gaat en verloopt
was dat tegenwoordig
soms en totaal onverwacht
aan het verkeerslicht
dat op rood staat
op de Jules Moretuslei
´ s morgens om kwart voor acht
en alle achterlichten ook
en de donkerte is overal rond mij
want het is ochtend in december
en dan sta ik stil
en drink ik lauwe koffie
uit een plastieken beker
en ik zing mee
met Cat Power
die Bob Dylan zingt
en mijn stem glijdt mee met
die van haar naar beneden
in perfecte toonaarden
dan moet ik plots denken
aan dertig jaar geleden
toen ik op drie hoog op het Zuid
waar niemand toen durfde wonen
naast mijn kachel op de grond lag
op een tapijt van schapenvel
mijn wangen gloeiend van de hitte
van die kachel zonder glas
22 jaar jong en vast van plan
de wereld te veroveren
want er was niemand
zoals ik en hij en zij
en wij wisten dat
en daaraan denken
maakt mij dus blij
nu daar tegenwoordig
op de Jules Moretuslei