wat zoek je?

zaterdag 24 april 2021

POËZIE / geluk

een paar keer kort geluk
gaat heel uw leven mee
details met een fijn penseel 
daar teert ge op als op gas 
wanneer het koud is 
op licht wanneer donker

daar houdt ge u aan vast
een koekendoos op natte dagen 
wanneer alles om te janken is
gewoon dat deksel dan al genoeg 
om de melancholie te versnijden

voortdurend bijgeschaafd
wanneer slijtage zich komt tonen
op de duur glimt dat zo hard
dat zonder zonnebril kijken
zeer doet, ge wringt uw ogen dan
tot kleine streepjes geperst geblink
luxaflex dat filtert ook

en keer op keer en altijd opnieuw
tot heel uw leven in die herinneringen
past gelijk gegoten en dan voelt ge 
het was zo slecht nog niet 
ook al was het meestal niet echt 
om over naar huis te schrijven

donderdag 22 april 2021

POËZIE / eend

 

ik ging vandaag een eend redden

 

langs het jaagpad bij dag en dauw

vooral veel dauw want alles was bedekt

onder een kletsnatte neveldeken

 

plets kletsten de grassprieten

zwaar tegen mijn broekspijpen

 

een zwart paard en een wit paard

botsten tegen de berm

en terug en terug en terug

 

maar ik zou dus een eend gaan redden

 

hij zat daar op de schrikkeldraad

te contempleren over het leven

en waarschijnlijk ook de dood

en eerst was dat grappig

 

hoe hij daar gelijk

een parmantig meneerke

in een beige regenjas

met groen zijden foulard

rechtop zat zijn pootjes

netjes naast elkaar

en hij keek wat naar links

en ook wat naar rechts

en kwekte zachtjes

maar wel beleefd

 

twee uur later kwam ik terug

van de vier ezels en de wei

met de monsterkoeien

zat dat meneerke er nog steeds

en zijn kwekje klonk me plots

een uitgeputte smeekbede om hulp

 

ik zag hem daar al vastgeplakt

door elektrocutie op die draad

en niemand die iets deed

en niemand die hem hielp

 

ik liep nog even door mompelend

van antropomorfie en al

 

maar dat kwekje was er te veel aan

 

ik stormde de berm af

mijn broek door dauw doorweekt

allemaal om die eend te redden

 

en toen vloog die gewoon weg

en riep nog van dat het hier

maar allemaal rap proper is!

 

maandag 19 april 2021

POËZIE / wei

ge zit in de trein helemaal
van Hasselt naar huis
en er stond een man in de wei

er stond een man in de wei
en de wei was groen

de man was geel en groot
en hij bukte zich niet
hij stond recht 
met zijn rug naar
de voorkant

er liepen ook twee ponies
voorbij maar niet in die wei
in een andere

twee rieten stoelen
op een verhoogd plateau
heel leeg zo zonder iemand 
maar wel gezellig voor straks 
bij de avondzon zo de wereld 
zien verdwijnen

gescheurde gordijnen
in een huis dat er nochtans
niet triestig uitzag, eerder
een beetje Poe maar 
met een gieter
in plaats van kat

bruggetjes regen het landschap
aan elkaar tot een parelpladijs
voor fietsers, wij fietsen onze
kantjes er per kilometer af
strak in het truitje
door het helmgras
of in gewatteerde ribbeljas

dat houdt alles tegen

aan de overweg krijgt
een kind een oplawaai
de vader waarschijnlijk ook
toen hij haar bijna onder 
de trein zag lopen 
een fladderende 
vlinder achterna

net op tijd bij haar lichtgele
fluwelen poederkraagje gevat
en achteruit getrokken
en nu naar huis godverdomme

een luid elektronisch signaal
binnen in elk van de wagons
dat zich om de drie minuten
herhaalt herinnert ons eraan
dat de deuren nog openstaan
en dat ook zo moeten blijven

de bieptoon doorprikt de huid
van het lawaai van buiten
dat ons door de opzijgeschoven schuifraampjes verse ademlucht komt brengen, zo blijft ge in leven

zo gaat ge niet dood

zaterdag 17 april 2021

POËZIE / zijstraten

wat is dat toch met u
en uw normaalzucht?

er valt een hele wereld 
te ontdekken in uw achtertuin 
en beyond

en al waarmee ge kunt afkomen
is op een zielig hoopje kluit
gelijk brokjes kandijsuiker
in de zak in de kast
lamlendig door winkelstraten 
lopen drentelen op zoek 
naar wat er nooit was

om dan uiteindelijk maar 
allemaal samengeklonterd 
triestig neer te zijgen
in uw allerschoonste 
kleren op een dorpel
in die voor de rest
echt heel lelijke lege 
winkelstraat vol rommel
gelijk de dakloze die van u
nooit centen krijgt

wat gaan zitten samenhokken
met een beker, wat hebben
die zijstraten u misdaan misschien?

weet ge dan niet
dat er in de zijstraten
honderdduizend series 
te volgen zijn met drama
romantiek en onnoemelijk
veel liefde en miserie 
van het soort waarbij 
ge een halve doos 
kleenex opsnottert om u dan 
helemaal gelouterd al fluitend 
op de berg afwas te smijten

actie, horror
en comedy
en de meest 
waanzinnig korte
gazons

durf op tijd en stond
eens voor een keer
een zijstraat te nemen

vrijdag 16 april 2021

POËZIE / Mozambique

op een bankje in de zon
met een broodje en een koffie
ik ga op reis naar hippe oorden
ik kies voor Mozambique

daar wil ik wel vertoeven

sneller dan
mijn app
swing ik 

van verbinding
naar verbinding

de wereld in een notendop
op zoek naar een wc

ik droom van droogtoiletten
op wieltjes, een caddy
vol comfort voor mijn
komende avonturen

virusgevaar, duistere wegen
treinen die van spoor veranderen
en ook van tijdsdimensies

gewapend met alcoholgel
en mijn masker manoeuvreer ik 
mezelf doorheen onbekend gebied

een geagiteerde stem
ratelt instructies door
een haperende megafoon

politie!
security!
sirenes!
een eiland!

naast mij een rode camion
in de koude zon cirkelend 
in het stof naast een wei 
met prikkeldraad en paarden

straks ga ik naar foto's kijken
of de foto's naar mij
dat kan ook

ik hoop voor de avondklok
weer veilig thuis te geraken

beter dan een trip
met Club Mediterrannee!

woensdag 14 april 2021

POËZIE / leugenaar

 

het allerergste zijn
de leugens
 
het blijven ontkennen
van feiten zo duidelijk
feiten gelijk er glas
in een glazen deur zit
 
daar knalt ge dan tegen
 
gewoon glashard
gaan staan liegen
 
om dan daarna slordig
steken te laten vallen
verfrommeld patroon
 
te wachten op de reactie
gelijk een kat die speelt
met een halfdode muis
 
wat gaat de muis doen?
 
dat is koud
en dat is wreed
 
dat is veel erger
dan eender welke waarheid
hoe lelijk die ook mag zijn
 
die waarheid is nooit nieuws
die waarheid is al lang geweten
die waarheid is gewoon
zoals het is, de realiteit
is nooit glitter noch zonneschijn
 
het liegen daarover
en denken daar
vlot mee weg te komen
 
dat maakt alles
wat schoon was
voor altijd kapot

maandag 12 april 2021

POËZIE / bioloog

smalle lange armen
opgehangen aan
de kapstokjes in de gang
voor de klas, de linkerhand
wijst naar een stoomlocomotief
de rechter naar twee blozende appels

dan een grote bruine
rechthoekige verhuisdoos 
met daarboven een groene muts  daaronder een opgetrokken knie
en een been gestrekt
in de plas, reiger

ik heb menopauze
roep ik onhoorbaar uit

en voel mijn borstkas 
dichtklappen gelijk de deur
van de drogist langs de baan

de e en de o en de au
veroorzaken pyschedelische
geluidsgolven die de kartonnen
doos doorboren en dan zie ik

zijn gezicht

twee donkere ogen
een stel wisseltanden 
scheef en schots vechtend 
om de eerste plaats
sproeten onder stijf 
blond piekhaar

een kleine bioloog
in zijn bruine regenjas

ik heb menopauze
fluister ik hem toe
wat luider nu

en dwars doorheen 
zijn gefronste voorhoofd
kan ik zien hoe hij onder
zijn hersenpan al verwoed
aantekeningen maakt
voor later

woensdag 7 april 2021

POËZIE / zakjes

 

ge denkt misschien
een handleiding voor
de vaatwasser te zijn
maar geloof mij
wij zijn allemaal roman
 
met een begin, een midden
en een einde en daar tussenin
de nodige plots die balanceren
op een dun draadje
drama en absurde toestanden
 
soms is dat ook
gewoon hetzelfde
 
prop die preek van u
in praktijk, want zo lijkt het wel
een heteluchtballon
prik en het loopt leeg
 
stop met een echte vent te zijn
die mythe mag onderhand
ook buitengezet bij het leeggoed
 
mensen zijn geen
wegwerpzakjes
geen opgefrommeld
gazettenpapier
kapotgescheurde foliekes
afgeknauwde kaaskorstjes
 
zonder rietje kalm rietje
frisse wind verdorven wind
 
mensen zijn zakjes
wapperend langs de weg
in de rijen aan de kassa
aan de band in de fabriek
op de bussen naar het werk
in de tunnels naar de overkant
gedrum en geduw
allemaal zakjes
gevuld met zand
 
het hoofd een holte
gevuld met ragfijn draadwerk
hogesnelheidsverbindingen
fijnmazig netwerk
binaire communicatie
tech no lo gi sch hoogstandje
 
van overal beroemd
om hetgeen ge niet gaat doen
gevierd groeien de groten
om dan te verschrompelen
 
wat ze groot maakt in dromen
die hen 's nachts gelijk
losgeslagen muppets
doen wakkerschieten
het hart een drumstel waarvan
de bas aan flarden, zo hard
 
ge zoekt naar windstilte
tussen de plooien van het dekbed
veel te warm van al dat gedraai
in een kolkende zee van woorden
die draaien en tollen
zonder meerpaal in zicht
 
en de stem die fluistert van
het is ermee gedaan
het oog wil ook wat
ge trekt aan het touw
en het licht springt aan
 
de storm
dat zijn wij
de dijkbreuk
ons roepen
het water
de vloed
het begin
en het einde