de peuter op zijn driewieler
tegen de vrouw met
een zak diepvriescroissants
op haar rug op weg naar huis
heb jij een baby?
de vrouw kijkt even naar haar buik
de gedachte om de peuter
een oplawaai te verkopen
welt in haar op
want zo dik is haar buik niet
maar dan weet ze
zo’n doodeerlijk oprechte vraag
is een cadeau dus ze stopt
en glimlacht en antwoordt
nee ik heb geen baby en jij?
nee, heb je dan een hondje misschien?
nee, zegt de vrouw, maar ik heb wel
een paar eekhoorns, een hele hoop
pennen, gloednieuwe afwassponsjes
een specht en een fiets
waar is je fiets?, vraagt de peuter
thuis, zegt de vrouw
je trui is blauw, zegt de peuter
jouw trui is grijs, zegt de vrouw en
mag ik nu verder naar huis wandelen?
ja, zegt de peuter,
maar wanneer kom je
nog eens terug?
de volgende keer, zegt de vrouw,
is dat goed?
ja oké, zegt de peuter en
ik ga nu naar mijn hondje kijken
Geen opmerkingen:
Een reactie posten