wat zoek je?

vrijdag 25 april 2025

POËZIE / In memoriam Tonny Van Montfoort

 

 

Snap! Het leven is een feest,

ge probeerde uw eigen te zijn

en dat is een kunst op zich.

 

Snap! Het leven is een feest,

ge probeerde om ´s morgens

niet op straat geshot te worden

zonder dak boven uw kop

is het nogal moeilijk om

de ochtend te begroeten.

 

Snap! Het leven is een feest,

er hoeft geen wooncrisis te zijn

en waardig sterven, dat was uw

laatste kunstje: aan het gaan zijn

met de vlam nog altijd in de pan.

 

Snap! Het leven is een feest

en uw leven was de soundtrack

bij de film die het leven is, uw orkest

´t Vlot en de Spuitenpatrouille en

Het Straatsyndicaat, de Stadswaag

En Amsterdam en uw punktijd,

Snap is the new punk.

 

Snap! Het leven is een feest,

ge wordt niet zomaar een cliché

op 3 en 1 en 2, compleet met hepatitis C,

daar zijn hersenen voor nodig

die hun kabels gelijk een valwind

in alle richtingen sturen op pad,

op patrouille, naar de parking

en op de vloer, met de vakbond van de junkies,

van garage naar garage,

van zetel naar zetel,

van pand naar pand.


x

 

 

Snap! Het leven is een feest

en voor ge het wist deden we

allemaal met u mee met structuur

en zonder structuur

(die structuur die komt er wel)

tegen de verveling

tegen de eenzaamheid

empowerment van de straat

tegen het lelijke patronaat

honderd keer nee en dan ineens ja.

 

Snap! Het even is een feest,

ge moogt nooit opgeven

ge moet blijven verbinden,

de mensen zin geven om

van hun leven kunst te maken.

 

Snap! Het leven was en is een feest

en wij zijn allemaal kunstenaars

en het is wat dat het is: een komen

en een gaan langs een kronkelende baan.

 

Hij zag de mens in u,

altijd de mens in u.

 

Dag levenskunstenaar,

uw bruggen blijven ons dragen.

zondag 20 april 2025

POËZIE/ staaldraad

ze is een lichaam 
ze is some body

ze strekt zich uit
als een stormram
op de muur
op het systeem

haar rug schiet
naar alle kanten

haar vinger een priem
boort gaten in armen
en gedachten

gezichten gaan aan flarden
onder een betonnen stem
gedragen door staaldraad
halfverzonken in een grond
van vergiftigd moeras

palen in de bodem geslagen
dichtklappende borstkas

naar adem happen
naar buiten keren
naar boven kijken 
in het oog van de zon

elke sterkte draagt zwakte
ieder zwart gat lost op

donderdag 17 april 2025

POËZIE / verbrand

mensen verbranden
verbrande mensen

hun hoofd hun huid
hun haar hun hart

de geur 
van verbrand haar
is niet te harden

ik kan me zelfs niet voorstellen
hoe verbrande huid dan wel ruikt
geplakt aan verbrande schoenen
jurken, onderlijfjes en sokken

woensdag 16 april 2025

KORT / Mr Jones



Voor BorgerBlad

Een ietwat onopvallend meneertje heeft zijn would be fatsoenlijkheidssnorretje verwisseld voor een nylon bomberjacket en staat wat met kettingzagen te brullen ergens op een podium voor de camera. Ondertussen gaan de deuren in Borgerhout wagenwijd open en worden stof en winterwasem naar buiten geveegd om weg te waaien met de eerste lentezon, zo vers dat ze prikt in elke huidcel. Hopelijk wappert de dode kelderdroesem helemaal tot naar het einde van het universum en de kosmos en de dampkring en het heelal. In eender welke volgorde.

Ik wandel al zigzaggend door de zijstraten van de Turnhoutsebaan richting Centraal Station. Zigzaggend omdat de straten zigzaggen, niet omdat ik dronken ben. Tenzij van de zon.

In mijn hoofd weergalmt nog het scanderen vanop de Vrouwenmars die mij langs mijn oude wandelroute voerde van toen ik hier nog woonde, once upon a time. 

Een beetje verderop duwt loeiharde turbofolk de slogans over gendergelijkheid, free free Palestine en geen racisme geen fascisme uit mijn hoofd. 

Een hele magere man staat met een enorme bos rode tulpen een beetje bizar te stuiptrekdansen voor een nog magerdere vrouw met lang blond haar in een slordige paardenstaart, een lange rok, roze sneakers en een kort sneeuwwit fake pelsen jasje. Ik glimlach naar haar wanneer ik passeer, ze kijkt even verstoord en schenkt me dan een mondvol parelwitte tanden en één gouden terug. I looooove her!, roept de man. Ja ik love her too, denk ik.

Ik passeer Bar Bob en bedenk me dat ik daar vroeger vaak ben binnengeweest, maar dan om pijnstillers te kopen, want dat was toen een apotheek. Op de hoek aan de overkant heb ik daar eens fotoportretten staan maken van toevallige voorbijgangers. Dat was voor mijn project Humans of Borgerhout. Later zag ik dat iemand anders hetzelfde project had, dus toen ben ik maar gestopt. Mensen aanspreken is sowieso niet echt mijn ding. Ik observeer ze liever.

Ik stap binnen bij Bob maar die is er niet. Achter de toog staat een jonge vrouw (misschien heet zij wel Bob) en ik bestel een gembersapje van Moussa, ga zitten en kijk naar buiten naast reclame voor ne Louis wat denk ik bier is, maar dan met een grote rode ster. Ik voel een streepje revolutie. Of revolte.

Het zal wel aan mij liggen of aan de naam van de bar maar plots lijk ik middenin een liedje van Bob Dylan gecatapulteerd, ik bedoel ik zit letterlijk in de tekst van een liedje, alsof ik er een personage in ben en Borgerhout het Greenwich Village van de jaren 1960.

Een ouder koppel dat ik ken van vroeger steekt arm in arm het kruispunt over en uit de andere richting komt een familie met boodschappentassen vol eten straks voor de iftar en daarachter lopen wat jongeren met paarse t-shirts volgespeld met watermeloenbadges en vredestekens en waar ik zit is het zo rustig dat ik mezelf in mijn hoofd kan horen zingen van ´because something is happening here but you don´t know what it is, do you Mr. Jones?´,´ behalve dat ik wél weet wat het is, namelijk dat Borgerhout zoals het leven is: een wirwar maar dan van straten, een labyrint maar dan van woningen, een mengelmoes van mensen, een fontein van gedachten en emoties en gebeurtenissen dat zich op elke hoek en kruispunt, in elke woonkamer en achterkeuken, s´ nachts wanneer de ratten bovenkomen en ´s morgens wanneer de zon weer schijnt, al kletterend laat weerklinken.

En het ene moment lijkt het einde nabij en staan er tanks in onze tuin, en het volgende komt er een man met tulpen in zijn hand zijn liefde verklaren. 

Het leven is het leven is het leven. We weten nooit waar we precies zijn, maar wel waar we vandaan komen. Wij zijn allemaal grenzeloos zoals het leven zelf. We skiën over de toppen van de temperatuurschommelingen met pieken en dalen zo hoog en laag dat we van rode en zwarte pistes kunnen spreken en we moeten er niet eens voor naar Oostenrijk.

Maar wij komen van overal en wij gaan overal naartoe. We hebben het allemaal al meegemaakt en zien passeren. 

En nu zijn wij hier en we weten wat het is, yes we do, mr. Jones. En we staan hier samen. En we blijven praten met elkaar. Altijd bijven praten, mr. Jones. Anders zitten we met miserie. En dat willen we niet. 


maandag 14 april 2025

POËZIE / Jezus

Jezus knalde zonet door rood licht
van de raprap ging het 
met extra zware voet
op de pedaal alsof niemand 
dat dan ziet / the truth the love the light

links ligt het wegdek open
zweten oranje en roodaangelopen
wegarbeiders hun beste jaren weg
gekromd en gebogen, straks gebocheld
en belogen, maar wat kan Jezus dat schelen?

rechts staat een beige caravan
de buitenkant te verduren door de hete zon ooit witte gordijntjes aan flarden
verbergen de toekomst en die ziet er
nogal vaal uit / the truth the light so bright

alleen Jezus kan het weten maar
die is met de noorderzon vertrokken
hij heeft waarschijnlijk de zon zien zakken
en hij ging dan al maar mee

woensdag 9 april 2025

POËZIE / invullen

hoe uzelf ongedaan draaien
binnenstebuiten duwen
gelijk een sokkenprop

uw contouren leegmaken
en buiten de lijnen invullen

uittekenen en erover schilderen
niet gijzelf maar waar ge niet zijt

uw schaduwen lichter maken
en uw helderheid verdonkeren

uw niets de essentie laten dragen
en de essentie helemaal vervagen

tot ge er niet meer zijt
daar waar ik u weet wonen
en gij toch gewoon voor mij 
staat in al uw compleetheid

(blijf nu staan)

zie ik u dan?

zaterdag 5 april 2025

POËZIE / god

god zit tegenwoordig in 
een bruingetinte fles
te blinken in de zon en 
in het aanschijn van de maan
ter begroeting van de ganzen

druppel voor druppel lekt wijsheid 
langs verschroeide keelgaten
brengt hoofden op hol
en van god losgeslagen

terwijl de frisse lentezon 
de contouren van een kaaklijn
solariseert, trekt god lijnen
in de lucht en tekent stippen
daar waar vogels en soms ook
lichamen vliegen, hou mijn hand 
vast en kus mij weg van de planeet

we strelen langs buik
en been en blijven hangen
bij de minste ademzucht
en ogen draaien weg
en dan zien we het niet

in de lucht een ooievaar
op het zand een walvis
in de zee verdwijnt de rivier