van tranen van moeders
en vaders die het licht
van hun kinderen zagen uitdoven
in hun ogen met de vraag
waarom en voor wie?
de tranen glijden gelijk
dikke gordijnen langs muren
en graven en witte lijnen
op de grond waarlangs prikkeldraad
brult van tot hier en niet verder
of ik schiet
de regen valt vol onrust al dagen
en vult de rivieren en beken die
bezwerend de oevers laat weten
dat het zo niet langer kan
het water stuurt slijmerige slakken
die alles wegvreten gelijk
bulldozers happen in huizen
alles moet weg
en alles moet dood
dat is de enige zekerheid
wat daarna daar
denkt niemand over na
wat niet van mij
dan ook niet van u
van nu maar
wat dan met later?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten