de linkerarm forsgespierd en fijnbehaard
duwt de gammele kinderwagen steil
de berg op, de straatstenen hebben
hun beste tijd gehad, de gevels kwijnen
met de rechterhand houdt ze de telefoon vast
drukt hem tegen haar oor, ze telefoneert
haar stem raakt alle muren en ik begrijp
alleen habibi en dat haar ogen lachen
naar het brokje stampende voetjes
dat kraait onder het wollen dekentje, ook
uit de tijd van de gevels en de straatstenen
en boven hun hoofden zijn kraaien, donderwolk
dat haar ogen lachen naar de box-op-wieltjes
naar mij kijken ze dwars en door en habibi
kan maar beter uitkijken vanavond
of geen spinazie maar droog brood
Geen opmerkingen:
Een reactie posten