wat zoek je?

zondag 29 november 2020

POËZIE / kalkoenfilet

 

it ain't no revolution
if your people at home
can't dance to it as well

geen revolutie
als uw mensen thuis
er niet mee op mogen
dansen

want er moet
brood op de tafel
de huur betaald
de kinderen naar school
de boterhammen gesmeerd
kapotte knieën geheeld
zoiets banaals als
de afwas gedaan

danku voor alles
spijt van niks
tijd kunt ge niet rekken
het is wat het is

beroemd worden
door daar niet
aan mee te doen

een steen in die muur
van het verzet
geen uithangbord
vol neonreclame

weigeren voor eens
en vooral altijd om
mee te trappen
in een radarwerk
dat u heel de tijd
tegenhoudt

hoe meer ge trapt
hoe meer ge moet trappen
terrwijl ge ook gewoon
kunt stoppen
en uitstappen
en weggaan

ik ben er niet
ik doe er niet meer
aan mee

zeg het maar eens
tegen uzelf

ik ben er niet
ik doe er niet meer
aan mee

tijd voor een boterham
met wat goeie boter
en een schel kalkoenfilet

vrijdag 27 november 2020

POËZIE / stoel

 

ge denkt
ik heb een stoel nodig
ge loopt naar de stapel verderop
keurt de ene na de andere af

ondertussen gaan er anderen
met die stoelen lopen
tot ge beseft dat
als ge niet snel een stoel kiest
dat er dan geen meer zullen zijn
en dan zit ge daar op de grond
dus grist ge de laatste overgeblevene

terwijl ge terug naar uw plaats loopt verandert uw stoel in een yogablok
en moet ge daar dus
voor de rest van de avond
op gaan zitten

aangenaam is anders

ge vertelt dat aan iemand
die ge voor de rest niet kent
ge toont dat blok dat nu plots
een punt pizza is geworden
dat alsmaar groter wordt
tot ge weet dat ge dat nooit
of nooit gaat opkrijgen

wat denkt ge nu?
mmmm?
waar zit ge aan te denken?

ja daar gaat ge niet mee
naar buiten komen
daar is het nu al donker genoeg
daar gaat ge niet aan beginnen
nee dat laat ge niet meer binnen

al wat blinkt
is nog geen goud
soms niet meer
dan peper en zout
dat past goed samen
als ge daar van houdt
de ene al meer dan de andere

twee namen op een vuile muur
aan de rand van de oceaan

windstilte en een tuinkabouter

POËZIE / kabel

 

er loopt
een gekinkte kabel
van uw nek
naar uw schouder
gemaakt van staal
wanneer de klokken luiden
de soldaten komen eraan!

Lou probeert zich te herinneren
terwijl ze speltontbijtgranen
naarbinnen lepelt
wat ze daarnet gedacht heeft

maar dat is alweer
weggesijpeld
tussen de naden
van de zetel

het is drie over zeven
en de soldaten komen eraan!

ze draait aan de knoppen
de radio murmelt zachtjes
over processen
en protocollen
en de cassette draait rondjes

dat moet zo zegt ze
dat staat zo in de handleiding

ze draait de biefstuk om
in de pan, niet te lang
want wie is er bang
van wat bloed
als de lucht
in lichterlaaie staat?

de soldaten komen eraan!

ze passeren zwaar
met hun zwarte laarzen aan
verdwijnen dan
plotsklaps geruisloos
de duinen in

ze zijn weer weg
no pasaran

vrijdag 20 november 2020

POËZIE / vuurbol

 

omg fuck zonsondergangen
wat zijt gij schoon
nog altijd ondanks alles
wanneer ge vanuit niks
geruisloos gelijk
gevaarlijk gas
uw adem over een tak
laat glijden, gij slang

allles is wat het lijkt
en alles kan zomaar

zolang het maar niet beweegt
gelijk gij niet echt beweegt
terwijl ge de wereld
weer in gang zet
gij gebeurt gewoon

maar nu nog niet

eerst uw adem mengen
met het gerasp van uw longen
die gelijkmatig kleuren pompen
die onbevangen schaduw hoesten
seconde per seconde
standvastigheid

met een kabaal zo
oorverdovend
dat het stilte lijkt
zet ge uw kleppen open
laat ge uw vuurbol
boven komen

ge spuwt naar alle kanten
over de velden en de daken
ge smeert uw lava
van de zuiverste soort
honing druipt overal

en dan is de wereld wakker
en kan ze weer wat verder
morrelen aan de beschaving
wat bleekjes wel

dinsdag 17 november 2020

POËZIE / Kampenhout-Sas

 

op pantoffels scheer ik naar
Kampenhout-Sas en weer terug

ik fiets langs de vaart
in mijn pyjama

vanuit mijn raam
groet ik de flamingo’s
de zwarte beer
en het huis dat niet zou misstaan
in een film van Alfred Hitchcock

terwijl mijn hart sneller gaat kloppen
- zegt mijn display
met de afbeelding
van een konijntje -
verbeeld ik me
de natte wind in mijn haren
een hond op jacht
een glas dat breekt

en zie ik de toekomstige
prinses van Wales
belaagd door
de pers
gekeurd door
een bende jagers
met hun haar in netjes
en hun ogen op elkaar

ge weet dat daar niks goeds
van gaat komen

maar ge doet het toch

in de bocht naast het water
en de boekenkast
knielt ge

voor de toekomst
voor het verleden
en voor alles
wat daar tussen ligt

eindelijk echt een winterslaap

doe de gordijnen maar dicht
leg uw kroon in de kast
en denk eens goed na
over de windrichting

maandag 16 november 2020

POËZIE / kaft

 

liefst een boek
een schrift
een agenda
met een zachte kaft
die kan je plooien
buigen als een extra
pagina die je omslaat

dat leest zo lekker
dat schrijft zo zacht
dat maakt dagelijkse
taken haalbaar

de letters dansen
's morgens nog een beetje
ze glijden langs de rand
van je ogen de dageraad in
soms snel soms langzaam
worden ze woorden
daarna zinnen
en tot slot een verhaal
om de dag mee te beginnen

er was eens

er was eens een wereld
waar alles rustig was
met dingen die gewoon
gebeurden

de planeet draaide
gestaag rond haar as
en in de bomen zaten vogels
en die scheten op de grond

zondag 15 november 2020

POËZIE / hertjes

 

's morgens koffie en cijfers
de croissant beetje
baksteen op de maag
er ligt een vis op de weg
gelijk een blikje apegapen

ge loopt door het bos
van links naar rechts
en daarna
van rechts naar links
wist ge dat dat
twee bossen zijn?

uw slijkbotten
zwart met zwarte noppen
stappen royaal
door de modder
wie zijt gij?
wat wilt gij?
waar komt gij vandaan?

kleine jongen
met uw oudemannenblik
uw mondje lacht
maar uw oogjes spreken
van andere zaken
waar gij naartoe gaat
daar zwemmen enkel piraten

kindjes met geruite jurkjes
fladderen aan de bomen
kleine meisjes met hoedjes
grijpen naar uw haar

in eenzaamheid
ziet ge soms dingen

gelukkig soms
ook hertjes

POËZIE / 's nachts

 

beetje bij
nog een beetje
verglijdt ge
in donkere modus

ge wordt
een nachtdier

ge luistert naar
het ademen
van uilen
die paren

ge hoort spookcamions
donderen over asfalt
razen naar nergens

ge ziet de maan
feller dan eender
welke slimme
kunstverlichting

ge kijkt naar
de cinema
in uw hoofd
geprojecteerd
op het plafond

ge voelt
uw hart
bonken
op de deur

ge wrijft
langs uw arm
uit uw huid
komen glitters
de sterrenhemel
laat ge binnen

ge danst op
uw herinneringen
ge passeert mensen
ondertussen vadsig
en bezeten door geld
en status
en fratsen
maar 's nachts niet

's nachts is alles anders

's nachts kunt ge
dingen zien
in het donker
met uw handen

ge loopt er
dwars door
door de nacht

POËZIE / Mawda

 

klein klein meisje
met je hoedje op
waar ga jij toch naartoe?

ik ga naar oma toe
over de grote zee
en over de zeven bergen

klein klein meisje
met je blauwe hemdje aan
waar ga jij toch naartoe?

ik ga naar oma toe
over de lange baan
en door de donkere nacht

klein klein meisje
met je korte haartjes
waar ga jij toch naartoe?

ik ga naar oma toe
in de camionette
een groot boos beest
rijdt achter ons aan

klein klein meisje
met je kindjesdromen
waar ga jij toch naartoe?

ik ga naar oma toe
ik hoor pistolen schieten
we rijden nu heel snel

klein klein meisje
met je kleine voetjes
waar ga jij toch naartoe?

ik ga naar oma toe
ze lacht al in de verte
ik doe mijn oogjes toe

klein klein meisje
Mawda is jouw naam

#Justice4Mawda

POËZIE / hallo?

 

een kalmeerdeken
een reuze roze hoodie
twee paar steunkousen
voor wanneer je gaat fietsen
op de magische hometrainer
met virtuele achtergrondpanelen
en schor ganzengekrijs

menstruatieonderbroeken
speciaal om in de keuken
mee aan het aanrecht te staan
roerend in silicone tupperwarepotten
die je over een halve broccoli trekt

een opblaastobbe
om in de douche
een bad mee te nemen
zo ontspannend
was baden nog nooit

terwijl je spaghettiknoopgewijs
met je tenen
tussen je hoofd
bent vastgehaakt
ondergedompld
in spirituele lavendeltabletten
van organisch materiaal
en onbekende galactische stofjes

het is 15 november 2020
en ik zit in een land
aan de Noordzee
in mijn pyjama
zonder jas in de zetel
met het raam wagenwijd open

mocht ik nu
de verwarming opzetten
ik zou ter plaatse smelten
en de ganzen zijn het noorden kwijt
en dansen op ons graf

hebt u misschien
een hele grote deken
die ik over racisme kan gooien?

onderbroeken om over de kop
van mysogiene brulboeien te trekken?

een opblaasbare tobbe
om aan mensen-op-de-vlucht
mee te geven in hun rugzakje
van twee centen?

tegen de verdrinkingsdood

een vijfliterfles
uit gerecycleerde plastiek
gevuld met namaakwater
vol transparantgekeerde rolblaffetuurpatronen
rijk aan moleculen
die de klimaatbrand doven?

komt regen
komt zonneschijn

is daar eigenlijk nog iemand?
hallo? HALLO?!

woensdag 11 november 2020

POËZIE / walk

 

ge neemt het borsteltje
dat naast de kraan
op de lavabo ligt

bamboehout
stevig en
verantwoord
en ge schrobt

zijn bloed
vanonder haar nagels
zijn geur
van haar huid

zijn kruimels
vanuit haar haren
zijn sokken
vanonder haar bed

zijn gezoute boter
van haar boterham
zijn zweet
vanuit haar sweater

zijn rommel
van haar keukentafel
zijn voetstappen
vanuit haar gang

zijn verf
van haar muren
zijn vogels
vanuit haar bos

zijn zout
van haar patatten
zijn beelden
uit haar gezichtsveld

zijn naam
uit haar gedachten
zijjn woorden
uit haar wind

zijn hemd
uit haar broek
zijn razernij
uit haar lijf

zijn adem
uit haar longen
zijn Andreas
uit haar Ulrike

ge schrobt
en schuurt
en wrijft
en wroet
en krabt
en krast

en wast
en spoelt
en zwiert
en wringt

en ge hangt
dat op
aan de draad

en droogt
en kijkt
en strijkt
en plooit

en dan legt ge
hem in de kast

en dan
is hij
weer zij

ge zegt
hey babe
take a walk
...

zaterdag 7 november 2020

POËZIE / kapot

 

het mag hakkelen
het mag haperen
het mag achter
nagels blijven haken

het mag vuil zijn
wat minder schoon zijn
beetje rauw
met een korst erop

het nieuws
dat blijft al
dagen hangen

van deuken, bulten
builen, wonden
de trap op
het hout verrot
sebiet een gat
in uw kop
het moet niet al
zoetwater zijn

het nieuws
dat blijft al
dagen hangen

het mag op tijd
en stond ook stevig
kletsen, botsen
tot echt
stilgebotst

u dan afvragen
hoe kwam ik hier?

hoe zijn wij hier
terechtgekomen?

miljaar hoe lossen
we dat nu op?

het nieuws
dat blijft al
dagen hangen

de machinerie
totaal kapot

dinsdag 3 november 2020

POËZIE / Snory

 

met elk hartje achtergelaten
tiktik gelijk zoete regendruppels
in mijn spoor van dagelijkse verwondering
ruik ik een beetje meer geur
van oceaan op mijn huid

voel ik de onderkoelde wind
in mijn gezicht, gevlochten mist
flarden langs de enorme stalen
pinnen van de brug
over de baai met bootjes
die mij van het verre oosten
doen dromen, papiergevouwen
voor elke stand van de maan één

wanneer je de kap van Hubble
neerhaalt en gitaren gieren
gelijk de wielen die scherend
elke haarspeldbocht uitlachen
terwijl beneden kliffen krijsen gelijk
meeuwen en otters en bergleeuwen
die hun poezepoot doen neerploffen
langs de rand van Route 101

Henry Miller nog net met rust gelaten
je wilde haren nooit weg, verstopt
onder een lachje dat een klein beetje bijt
zo af en toe, maar wanneer je 's nachts
het dekbed zachtjes over mij heen trekt
in de kamer met de poppeschortjes
netjes naast mekaar op de wasdraad

dan weet ik, Snory, jij bent Liefde

wat zou ik er nu voor geven
om nog heel even
in dat achterkamertje
uptown sushi te eten
en dan in pyjama
plaatjes draaien
Kahlo en Rivera
op muren te vinden
en dan de berg opklimmen
samen luidkeels te gillen
op de streetcar on fire
door fogtown
alsof ik daar woon
en al heel mijn leven
gewoond heb
's morgens koffie
met jou drink

POËZIE / revolutie

 

de angst wanneer alles wat je kent
aan diggelen gaat, geen bij te houden
tempo om puin te ruimen BLOCK

de nood aan iemand die overneemt
borstel en blik vasthoudt en
zegt van dat komt allemaal
wel goed weer TRUST

het besef dat dat maar woorden zijn
want niks komt goed en
niemand weet wat eerst
loze woorden FRAME

de kwaadheid de onmacht en
dan de kentering de onschuld
kwijt komaf met de naïviteit
de hamer FREEZE

de drang om alles
kapot te slaan de fik erin
de kop eraf over 't balkon
door het raam BOMB

is het zo dat revoluties ontstaan?

POËZIE / bos

 

's morgens koffie en cijfers
de croissant beetje
baksteen op de maag
er ligt een vis op de weg
gelijk een blikje apegapen

ge loopt door het bos
van links naar rechts
en daarna
van rechts naar links
wist ge dat dat
twee bossen zijn?

uw slijkbotten
zwart met zwarte noppen
stappen royaal
door de modder
wie zijt gij?
wat wilt gij?
waar komt gij vandaan?

kleine jongen
met uw oudemannenblik
uw mondje lacht
maar uw oogjes spreken
van andere zaken
waar gij naartoe gaat
daar zwemmen enkel piraten

kindjes met geruite jurkjes
fladderen aan de bomen
kleine meisjes met hoedjes
grijpen naar uw haar

in eenzaamheid
ziet ge soms dingen

gelukkig soms
ook hertjes