mijn liefje, briljant, schrijft
verwoed letters in het zand
in de lucht en in de weerkaatsing
van mijn ogen, terwijl ik
stomverbaasd naar de wereld kijk
en zie hoe zijn letters pogen
recht te houden wat de
mokerhamermeute aan diggelen slaat
van hier tot de maan en weer terug
kaatsballen kanonskogels
grote zwarte gaten in muren
die we dik genoeg achtten
die we stevig genoeg dachten
die als rijstpapieren paravents
met één scheefgedraaide haal
openrijten, bloed in plaats van
witte lotusbloemen
zwarte gaten die we
met veel liefde moeten vullen
tegen de tijd in, want wat rest
de wereld anders nog?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten