het is het tijdperk
van de monsters
die onder uw bed
die verstopt tussen
de losflappende stukjes
vaal behang
die achter de knoppen
van het treinstel dat al lang op zonnepanelen had moeten werken
maar nog altijd aangedreven wordt
met kleine stukjes gloeiende kool
het zijn zij die beslissen
wie van de rails mag denderen
wie tot prut geknepen in een lange rij
ineengecrashte wagons
wie deze keer nog even verder mag razen
door bochten veel te scherp
voor eender welke normale mens
niet gij
maar gij zijt dan ook nog geen monster
ge kijkt naar buiten
het is al pikdonker
ge vraagt u af
of er ooit nog licht zal schijnen
en dan is er weer een dag
er schijnt wat licht en
dan is het nog wat sneller donker
en elke keer wanneer
ge door uw raam naar buiten kijkt
ziet ge uzelf nog sneller terugkijken
met een heel groot vraagteken
op uw voorhoofd
maar ge zijt nog geen monster
ge hebt eigenlijk chance
dat uw ramen er nog instaan
om eender wat te reflecteren
ze hadden ook aan diggelen
kunnen liggen maar
ge woont hier en niet daar
bij de buren stapelen ze paletten