POËZIE / ijskast

de ijskast reutelt
rare geluidjes
diep vanbinnen
maar als ik mijn oor
tegen de zijkant leg
kan ik het horen zoals
wanneer iemand slaapt
en je legt je oor tegen zijn rug
dan kan je het raspen van de adem
horen en voorspellen wanneer
dat raspen een reutel wordt

POËZIE / planten

soms ben ik
bang dat, onzin

soms ben ik
bang dat, onzin

soms ben ik
zo bang dat de planten
die ik met veel liefde
geduldig heb opgekweekt
mij in mijn slaap
zullen komen
wurgen

onzin

soms ben ik zo
bang dat, dat kan niet

soms ben ik zo
bang dat, dat kan niet

soms ben ik zo
bang dat alles
zich zal keren
zich zal wreken
zich ongeremd
zonder medelijden
zal storten op mij
en op u

The Great White Mobster
pleurt en teert zich al eeuwen te pletter

hij raast en tiert en beweert dat
al wat hem niet toebehoort
wel van hem is
welles!

onzin

dat kan niet

ik ben bang
van welles

kijk maar naar het onkruid
dat vreet zich door beton
njom njom njom njom

POËZIE / stoet

het was hier weer stoet aan de overkant
op het lege plein in de lege dorpskom
tromgeroffel en met stokken slaan

twee meisjes zaten met hun hoodie
achter de bocht op het pad te blowen
in de wind want sommige dingen blijven

de fazant kwam roepen dat-ie er was!
en het buurmeisje liep met de kat te zeulen
en twee staartjes op haar hoofd, een boven elk oor

en de zon scheen op ons allemaal
en ook onder mijn voordeur door
een jogger wenste me goeienavond
ik zei vandaag was wel een goeie dag