wat zoek je?

dinsdag 26 september 2017

KORT / ogen van de Yezidi



A is 19 jaar oud. Ze draagt een lange grijze kokerjurk met witte bolletjes, een kort blauw jeansvestje, een witte hoofddoek en lijkt vergroeid met de oortjes van haar telefoon. Ze komt uit Syrië. Ze verveelt zich snel, houdt niet van herhalen, ligt vaak met haar hoofd op de tafel omdat ze hoofdpijn heeft. Als we nieuwe dingen leren in de klas, is ze een en al aandacht. Het mag voor haar ook wel wat sneller gaan soms.

Ik durf haar niet te vragen of ze alleen in België is. Aan haar adres te zien, woont ze in een opvangcentrum. Ze spreekt behoorlijk vlot Engels en heeft duidelijk gevoel voor taal. Ze wil later journaliste worden en ook een boek schrijven.  Schrijven doet ze nu al, haar gedachten en soms een gedicht. Ze leest ook veel. Ze houdt van de regen en grijze dagen. Dan kan ze binnen blijven en zich opsluiten in haar eigen wereldje van boeken en woorden en gedichten en gedachten. Ik durf haar niet vragen of ze ook vrolijke dingen denkt. Of romantische.

Ze vindt dat ik geen stress mag hebben. Dat ik recht op rust heb. Dat ik me meer moet ontspannen. Dat ik mooie ogen heb, de ogen van de Yezidi. Dat zijn speciale mensen, zegt ze. En ja, ook als ik boos kijkt, vindt ze mijn ogen mooi.

Ik probeer haar aan het lachen te krijgen met flauwe grapjes. Af en toe trek ik haar tegen me aan en wil haar iets liefs zeggen, het is sterker dan mezelf. Ik zoek tijd om extra oefeningen voor haar te maken, oefeningen met veel mooie teksten. 

Ik zou haar moeder kunnen zijn. Of toch tenminste haar grote zus.

We hebben allemaal veel meer tijd nodig.

zondag 17 september 2017

POËZIE / koriander

koriander en geen tijd meer
vinden om daar wat mee te doen
vanwege tijden die eisen dat
tijden veranderen, op afspraak
en overal tegelijk, want iedereen
kwaad en ontevreden, nee geen geduld


alles moet nu en hier en wij en vuist
en eigen straat en strijd eerst en
zo weer vergeten, wie steekt dat hier
nu eindelijk eens in gang of fik
het op verdomme!, wij volgen
dan
wel

vrijdag 15 september 2017

POËZIE / angst

wijd opengesperde mond
vol gele tanden en een huig
die van kwaadheid wel een knuppel leek

de rest van zijn lichaam, dat viel pas later op
en dan vooral hoe schraal, mager en nietig


hoewel dubbel glas en je dus in se
echt niks horen kon, wisten we
allemaal wat hij stond te tieren

we lazen het in haar ogen
die van verbaasd naar
bleke schaamte en dan
angstig scherven maakten