wat zoek je?

maandag 19 april 2021

POËZIE / wei

ge zit in de trein helemaal
van Hasselt naar huis
en er stond een man in de wei

er stond een man in de wei
en de wei was groen

de man was geel en groot
en hij bukte zich niet
hij stond recht 
met zijn rug naar
de voorkant

er liepen ook twee ponies
voorbij maar niet in die wei
in een andere

twee rieten stoelen
op een verhoogd plateau
heel leeg zo zonder iemand 
maar wel gezellig voor straks 
bij de avondzon zo de wereld 
zien verdwijnen

gescheurde gordijnen
in een huis dat er nochtans
niet triestig uitzag, eerder
een beetje Poe maar 
met een gieter
in plaats van kat

bruggetjes regen het landschap
aan elkaar tot een parelpladijs
voor fietsers, wij fietsen onze
kantjes er per kilometer af
strak in het truitje
door het helmgras
of in gewatteerde ribbeljas

dat houdt alles tegen

aan de overweg krijgt
een kind een oplawaai
de vader waarschijnlijk ook
toen hij haar bijna onder 
de trein zag lopen 
een fladderende 
vlinder achterna

net op tijd bij haar lichtgele
fluwelen poederkraagje gevat
en achteruit getrokken
en nu naar huis godverdomme

een luid elektronisch signaal
binnen in elk van de wagons
dat zich om de drie minuten
herhaalt herinnert ons eraan
dat de deuren nog openstaan
en dat ook zo moeten blijven

de bieptoon doorprikt de huid
van het lawaai van buiten
dat ons door de opzijgeschoven schuifraampjes verse ademlucht komt brengen, zo blijft ge in leven

zo gaat ge niet dood

Geen opmerkingen:

Een reactie posten