wat zoek je?

woensdag 24 oktober 2018

POËZIE / metropool

wakker worden in de metropool
Borgerhout waar het geloei van sirenes
een vierde landstaal is in samenspraak met de heli
op zoek naar uw sleutel, waar hebt ge die nu weeral gelegd?

petrochemische engelen strelen zacht de binnenkant
van uw neus, kietelen uw zintuigen net zolang tot ge roept
‘stop ik kan niet meer’ en dan hapt ge naar uw laatste adem
en daarna speelt ge dood voor eeuwig en altijd

aan flarden bonken kaaimanwerken
op uw stalen zenuwen, met elke dreun
beuken de gordijnen voor uw balkon
het ritme van grondwater dat sterft

kranen lopen draaien piepen kraken
en tollen rond de kerktorenblokken
vol mensen in hokken met apparaten
om ons leven te faciliteren beheren beheersen

sirenes! hoort, daar zijn ze weer
in de weer om mensen te redden van vuur
van een hartstilstand van brand, van de kat uit de boom
kijken we naar de percolator die in uw gezicht ontploft is
heel uw keuken vol bonen geplukt door mensen naast u gevlucht

grasmachien de haan van de buren op een slijpschijf
twintigduizend auto's die passeren langs de ring
op weg naar de andere kant van de ring, uw ding

kievitplein mediaplein bastion gebruld
vooraleer gepland, gegoten in betonnen geld
klonk metaal vroeger niet vrolijker
staal niet veelbelovender
tijd niet zo zenuwslopend
was het ’s morgens niet gewoon stil?

dinsdag 23 oktober 2018

POËZIE / ridder

zal ik uw stoere ridder zijn?
mijn fiets dan mijn wit paard
van losse restjes wol
crocheteer ik gauw een baard

woest rochelend trek ik door het land
spuw fluimen hier en daar
en keer dan terug naar u mijn lief, en vraag dan naar uw hand

en al wie waagt te zeiken
die sleur ik door het slijk
't Is tijd voor nieuwe tijden
amai ik heb gelijk

zondag 21 oktober 2018

POËZIE / perziken

perziken zijn zachter
vanwaar die drang om
alles naar de pijpen
te laten dansen?

wij zouden beter
terug dieren zijn
bewegen als het
afkoelt licht wordt
donker werkt
beter kost minder
brengt meer op
dan wat centen
alleen

kom mee zeester liggen
op het bed, witgestreken
mijn zonnebout op spaarstand
terwijl de dikke vette UV-stralen
zich tegoed doen, uitgedroogd
likken aan uw armzalig witte vel

kijk naar buiten into the prairie
verre mensjes zwart omlijnd
door stof en verbeelding
afgetraind
van dichtbij gewoon
gelijk gij en ik
lelijke shorten
vuile sokken
samenhokken
hondebrokken

zie de boten zie de auto's
beschaafde verlichting
uitgedoofd, een paar
peuken in een asbak
achtergelaten op de tafelrand

draai alles uit en bekijk hoe
uw hart klopt in uw eigen buik
zoveel genialiteit, eet meer fruit

POËZIE / huis op den berg

licht in mijn huis
lucht in mijn longen
liefde verdrongen
is leed aan een kruis

klei aan hun klompen
muizenvenijn
kogels vol gaten
politiek van azijn

eikes op zondag
voor altijd in bed
en maandag vanheir
dezelfde trompet

ons huis op den berg
een geit op den dool
uw baard in mijn keel
mijn doek is uw broek

licht in ons huis
lucht in ons longen
ons huis op den berg
zorgen voor morgen

dinsdag 2 oktober 2018

POËZIE / Landen

herfstig, tijd voor wat Tom Waits, denkt ge
beenmachine tonketonk, in Landen klonk
metaal van wacht, van leer, terug van weermacht
stonden mannen in de nacht tegenmuur
tegenzicht, goed gericht, geen woord dicht
rug aan rug, met scherp schrijnt de lens
stemt op mij stemt op mij stemt op mij en zwijgt


konijn met pruimen pruttelt langs het vlaams behang
de bel tingeltangelt, doe uw deurke open, wij zijn van
hierboven, nee laat maar liggen, komt gij maar mee
allez tournez tournedos bien saignant patat bien chaud

hell breaks luce, en het licht gaat uit, wij zetten
u het land uit, chain gang, vaste klant aan de rand
van ’t gevang, maakt ze bang, dat komt ervan
en links rechts ein zwei drei, spuit nog wat venijn
voor een vrij woord doorboort ge ragfijn uw fatsoen
en stemt op mij stemt op mij stemt op mij ik stamp op u

#deverlichtebeschaving