wat zoek je?

zaterdag 22 augustus 2020

POËZIE / prod

niet stoppen met nadenken
produceert niet per se
productieve gedachten
sommige bedenkerijen
zijn gewoon prod

verder dan prod
geraken ze niet
tenzij we ze viraal
laten gaan, dan
gaan ze leven
doden ze

vrijdag 21 augustus 2020

POËZIE / niks meer

ge moogt tegenwoordig 
niks meer zeggen!
lees ik overal op mijn tijdlijn
wat raar is want het staat er toch 
aangezien ik het kan lezen

kritische stemmen worden genegeerd!
lees ik overal op mijn tijdlijn
reageren is nochtans
het tegenovergestelde daarvan
maar ik kan het ook gewoon 
klinklare nonsens vinden
uw kritische stem 
behoeft niet noodzakelijk 
correct te zijn en dus 
van luid applaus voorzien

het regent als de zon schijnt
en als het stil is 
klinkt dat oorverdovend luid 
het nieuwe normaal 
blijkt toch niet helemaal normaal
uw gezond verstand het mijne niet
het zijn gewoon 
verschillende meningen 
op papier of in de lucht
gelijk losgeslagen ballonnen
in de wind

donderdag 20 augustus 2020

KORT / Marcel

Marcel was een non-binaire eend met fysieke beperkingen. Ze hadden één oog en een lamme vleugel. Marcel had ook prachtige zwemvliezen.

Ze kwamen uit het ei gekropen samen met vier andere eendekuikens, geel en donzig en bound for glory. 

Weken aan een stuk zwommen Marcel en de rest van de eendekinders dapper in het gelid als in een fluffy armada tussen vader eend en moeder eend. 

Rechts! kwaakte de vader en iedereen volgde gedwee. Links! riep de moeder en iedereen draaide zich om. Heen en weer op de plas van de ene oever naar de andere en weer terug, uren aan een stuk. Met de neus in het kontje van het eendje ervoor, innig verbonden als een navelstreng op wieltjes. 

Marcel durfde al eens afzwenken en hing dan scheef in het water en aan hun rechterkant hing hun oog te zwelpen en tijdens nachtelijke gezinsvergaderingen werden deze euvels druk besproken door de eendeouders. 

Mocht Marcel niet kunnen vliegen, wat dan?

De armadatripjes verliepen vlotter met de dag, linksrechtslinksrechts links godverdomme!rechts en eentje eend werd 's nachts gekidnapt en opgevreten door een buizerd en toen bleven er nog vier over waaronder Marcel die hoe langer hoe meer rondjes begon te draaien en letterlijk niet van de grond kwam omdat hun vleugel uit de kom hing.

Mocht Marcel niet kunnen vliegen, wat dan?

Het was tijd voor duiksessies en de eendjes imiteerden hun ouders en staken hun kop onder water gevolgd door hun poten en proestend en totaal alle richting kwijt kwamen ze weer boven water drijven waar vader eend hen een oplawaai verkocht zodat alle bekjes weer in dezelfde richting stonden behalve het bekje van Marcel want die was aan het rondtollen alsof de plas een draaimolen was.

Mocht Marcel niet kunnen vliegen, wat dan?

Familie eend was klaar om de plas te verlaten, de kinders gereed om uit te vliegen maar Marcel kon niet vliegen dus bleef Marcel aan de grond en aan de plas, eenzaam en verstoten en zag hun familie uitgelaten het luchtruim induiken om pas volgende lente weer terug te keren.

Marcel keek nog een laatste keer naar boven met hun ene oog en toen naar het veld achter zich. De plas en het veld waren nu helemaal van Marcel alleen en elke dag zwommen ze rondjes in het water en elke dag graasden ze heen en weer over het veld en de mensen die daar woonden waren blij want nu hadden ze een eigen genderfluïde eend genaamd Marcel met een lamme vleugel en een oog om 's morgens goeiemorgen tegen te roepen en 's avonds slaapwel.

Ook de eekhoorn vond dat leuk, maar die had geen naam.

Marcel en de eekhoorn raakten bevriend en ook de mensen deden normaal en bemoeiden zich niet en zo leefden ze allemaal samen nog lang en gelukkig. Tot de bouwmakelaar kwam, maar dat is een ander verhaal.

woensdag 19 augustus 2020

POËZIE / vijgen

verse vijgen van bij Ayoub
per kilo in een plastieken bakje
met sapdruppels op hun huid

in mijn verbeelding
bijt ik er al in, mijn mond kwijlt
naast het masker waarmee ik
de dagen tegemoet rijd
langsheen de vaart met ganzen

discussies over die mannen
hoe ontkomt ge daar ook aan
masker op masker af
uw identiteit gespleten gelijk
het tafelblad in de keuken
onbehandeld onhandelbaar

gij weet, gedreven porren
een peut hier een pits daar
en af en toe een goei saflet
of taart met vijgen en siroop 
van Luik van peren

uw eiland is uw haven niet
uw schip geen lapjesdeken
uw boterham niet van karton
uw hart geen kabbelend beekje

ik bijt in vijgen van bij Ayoub
ik proef zoet ik proef het leven

woensdag 12 augustus 2020

POËZIE / 🙃

ik vind uw gedicht duif
uw mening zonnebril
uw antwoord dansend vrouwtje
met castagnetten

ik magneet uitroeptekens
over de spaarlamp beschaving
drie kikkers circustent madeliefje

ik ster u dubbel in het paars
met een feesthoedje op
rollercoaster badkuip magic ball
danku vriendelijk namaste huiltirade
 met mandarijnen zigzag ijscoupe onweer

POËZIE / tuin

elke nacht wordt ge
een beetje meer
verwarde man 
in de tuin 
van de burgemeester

regels vervallen 
tussen de lijntjes
van kwaad naar erger 
alsof de zon op uw huid 
ook uw hersenen verbrandt

verblind blijkt uw roze bril
ordinaire vetvlekken te vertonen 
dwaas ziet ge dat 
alle bomen 
door de reus 
werden weggegomd

uw schril gekrijs
doorboort dovemansoren
uzelf vinden zult ge niet
slijk laat geen sporen

wie vriend 
wie vijand 
weet ge niet
uw woorden
bengelend
aan balken
in de klokkentoren

in plaatselijke parochiebladen
brult uw fan van het eerste uur
onsamenhangende parabels
achteraan in de tuin 
staat een oude troon 
in koeien van letters
te blinken van nalatenschap
neonlichtreclamebak
trog van Troje

zondag 9 augustus 2020

POËZIE / de zee

 

de zee is dicht
bij het strand staan bordjes
met de boodschap
slegs vir blanke
die met geld

de zee trekt zich daar niks van aan
want de zee is al dat komen en gaan
al honderdduizend jaar en meer gewoon
en dus niet echt onder de indruk
van enig megalomaan gedrag

het strand wel

dat komt omdat het er nog niet zo lang is
het komt uit zakken van de Gamma
en wordt dan opgespoten
zo kunnen tweedeverblijvers
er met hun vuile voeten over lopen
zo maken ze hun handen niet vuil
aan wat er eerst was, schelpjesgruis

het geruis van de golven
overstemd door Wagner
uit de boxen langs de dijk
waar iedereen met een hoed op
in unison heen en weer wiegt
als helmgras uit langvervlogen tijden

grasduinen zijn ook niet meer
wat ze ooit geweest zijn
mompelt het meneerke
terwijl zijn moustache rechts krult
en zijn kaakjes appelrood zien
van de Tripel Westmalle
met een garnaalkroket erbij

de zee is dicht
voor wie elke plas
verboden is

POËZIE / astrakan

 

de zware zoete geur van rot
van overjaars parfum
in de kraag van een astrakan bontjas

van de kapstok in de gang
in de Van Daelstraat verhuisd
naar de Kringwinkel want
niemand draagt zoiets nog

wappert nu aan de wasdraad
in de vorm van waspoeder
genaamd Zomerbriesje

terwijl het buiten 35 graden C is
en de bomen bewegingloos
staan te schroeien in de zon
en zelfs geen duif het de moeite vindt
om een duikvlucht naar beneden te nemen
laat staan van de tak af te komen
om te zitten pikken
aan een overrijpe braam

het moet maar eens gedaan zijn
met dat kapitalisme

zaterdag 8 augustus 2020

POËZIE / collectief

 

dear verlichte beschaving
ik krijg schele migraine van u
draai alstublieft het licht wat minder fel
voordat de trommelvliezen overal aan diggelen gaan
en we collectief uit elkaar knallen

(dan toch iets waar we collectief aan gewerkt hebben)

het gaat niet over uw eigen bescherming
tegenover de andere
het gaat over de andere
die u kan beschermen
maar dat kan alleen maar
als die zich niet de godganse dag
moet bezighouden met uitleggen waarom
dat het een geven en krijgen is
geen nemen en angstvallig voor u houden

gij zorgt voor mij
en zo kan ik ook voor u zorgen

en zo wordt het dan misschien
toch nog een fijne dag

vrijdag 7 augustus 2020

POËZIE / spinazie

vijf jaar oud en ge wilt
geen spinazie eten

buiten wordt het langzaam donker
en ge zit daar in uw lichtblauwe pyjama 
met een lieveheersbeestje op
woest te bokken
over zoveel machtswellust

als het zo zit
dan trekt ge eruit
wat denken ze wel?

het plafond stort ondertussen
in brokken naar beneden
in uw haartjes plakt nu stof
van gyproc en half vergane glorie
en naast uw bord een grote dode spin
die mee naar beneden is gekomen
van tussen de planchévloer
boven uw kop, nog steeds rood
van kwaadheid omdat ge spinazie
moet eten want dat maakt u sterker
maar ge wilt dat gewoon niet

zondag 2 augustus 2020

POËZIE / winkelend

krinkelend 
en winkelend
stort ge uzelf 
vrolijk shoppend
de afgrond in

ge brult nog van 
ze zullen ons 
niet temmen 
dat doet ge zelf

ge schuurt gelijk een scharniertje
op de rand van de beschaving
die ge hoog in uw nylon 
vaandels draagt

smeltend 
bij elke graad meer 
plop, daar verzuipt weer 
een ijsbeer

ge zeeft uw pruimen 
doorheen complottheorieën
nee niet die van u
altijd van een ander 

ge ziet ze vliegen
ge ziet ze hangen
maar een ander
mag ze vangen

die ander draagt u 
want in u zit niks

imploderen 
daarentegen
kunt ge
gelijk de echten

zaterdag 1 augustus 2020

POËZIE / roodkapje

ik ben naar hier gekomen
om een beetje te sterven

in het donkerste van
mijn gedachten vlij ik me neer
op het zachte groene mos
daar achter in het grote bos
onder de bramenstruiken
de vlierbes in bloei
het boerenwormkruid

gelijk een reekalfje
gebeten door een hond


ik stuiptrek nog wat
met mijn benen
en zachtjesaan sluit ik
eerst mijn ogen
en daarna mijn brein

uit uw mond zullen woorden komen
die niet minder aangrijpend klinken
door dat laagje stof, uw tranen
niet minder echt, uw gelaat niet
minder verwrongen wanneer ge
zult vertellen hoe vannacht uw liefste
lag te creperen van de ademnood
door grote brokken bloedklonters
die de zuurstofaanvoer van en
naar de longen afsneed en zo
hallucinaties in gang zette waardoor
uw liefste dacht dat er cactussen
door het beddengoed staken
recht door het ruggenmerg
en dan de longen perforeerden
waarna het laatste restje lucht
al pruttelend kon ontsnappen
gelijk miniluchtballonnetjes op reis
naar nooit meer nergens

ge draagt een roodkapje
omdat de jager u niet redden kan